ECLI:NL:RVS:2025:278
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- S.P.M. Zwinkels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en hoger beroep van vreemdeling
Op 1 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 7 januari 2025 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.A. Ubbergen, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 januari 2025 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hoger beroep niet gericht was tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft toegelicht waarom deze uitspraak onjuist zou zijn. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet-ontvankelijk was.
De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd genomen door mr. H.G. Sevenster, de voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.P.M. Zwinkels, de griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 29 januari 2025.