ECLI:NL:RVS:2025:2785
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 4 juni 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 27 mei 2025 het beroep gegrond verklaarde, het besluit van de staatssecretaris vernietigde en de minister opdroeg binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. De minister van Asiel en Migratie heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de beoordeling van de grieven nader onderzoek vereist, waarvoor deze procedure zich niet goed leent. Gelet op de belangen van beide partijen heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.