ECLI:NL:RVS:2025:2824
Raad van State
- Hoger beroep
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake bewaring van appellant door de minister van Asiel en Migratie
Op 3 februari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant in bewaring gesteld. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch. De rechtbank heeft op 12 februari 2025 het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. F.W. Verweij, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 juni 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak wordt gesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling bevestigt de motivering van de rechtbank en oordeelt dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden.
De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond verklaard en de Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 juni 2025.