ECLI:NL:RVS:2025:2889
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Ristra-Peeters
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen de minister van Asiel en Migratie
Op 30 juni 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van een betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Deze afwijzing vond plaats bij besluit van 16 februari 2024, dat later werd aangevuld op 23 augustus 2024. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, had op 26 mei 2025 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht aan de minister om een nieuw besluit te nemen in overeenstemming met de uitspraak.
Tegen deze uitspraak heeft de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de beoordeling van de grieven nader onderzoek vereist, waarvoor de huidige procedure niet geschikt is. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 30 juni 2025.