ECLI:NL:RVS:2025:2892

Raad van State

Datum uitspraak
1 juli 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
BRS.25.000751
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J. Schipper-Spanninga
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke overleveringszaak met Duitsland

Op 1 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die door de minister van Asiel en Migratie is aangemerkt voor overlevering aan Duitsland. Dit besluit werd genomen op 26 februari 2025. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, had op 10 juni 2025 het beroep van de verzoeker tegen dit besluit ongegrond verklaard. Hierop heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep nader onderzoek vereist, waarvoor de huidige procedure zich niet goed leent. Daarom is er een voorlopige voorziening getroffen, waarbij is bepaald dat de verzoeker niet wordt overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 907,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.

Uitspraak

BRS.25.000751
Datum uitspraak: 1 juli 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[verzoeker],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 10 juni 2025 in zaak nr. NL25.10710 in het geding tussen:
[de vreemdeling]
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 26 februari 2025 heeft de minister bepaald dat verzoeker wordt overgedragen aan Duitsland.
Bij uitspraak van 10 juni 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.        Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat hij niet wordt overgedragen voordat op het hoger beroep is beslist.
2.        Het hoger beroep vergt nader onderzoek, waarvoor deze procedure zich niet goed leent. Daarom treft de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening.
3.        De minister moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat verzoeker niet wordt overgedragen, totdat op het door hem ingestelde hoger beroep is beslist;
II.        veroordeelt de minister van Asiel en Migratie tot vergoeding van bij verzoeker in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Aldus vastgesteld door mr J. Schipper-Spanninga, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.D. Salverda, griffier.
w.g. Schipper-Spanninga
voorzieningenrechter
w.g. Salverda
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 1 juli 2025
993