ECLI:NL:RVS:2025:2931
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door minister van Asiel en Migratie
Op 2 juli 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van appellanten A, B en C tegen de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft de aanvragen van de appellanten om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister op 7 april 2025 niet in behandeling zijn genomen. De rechtbank had op 5 juni 2025 de beroepen van de appellanten ongegrond verklaard. Appellanten, vertegenwoordigd door mr. R. Deniz, hebben hiertegen hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar uitspraak geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld, en de Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.