ECLI:NL:RVS:2025:2976

Raad van State

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
2 juli 2025
Zaaknummer
202300853/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • J.Th. Drop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake openbaarmaking van documenten door het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland, die op 23 december 2022 heeft geoordeeld over de gedeeltelijke openbaarmaking van documenten door het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar. Het college had op 11 mei 2021 een aantal documenten openbaar gemaakt naar aanleiding van een verzoek van [appellant] op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). [appellant] huurde een ruimte voor zijn tandartspraktijk in een pand dat eigendom is van de gemeente Alkmaar, waar een verbouwing heeft plaatsgevonden ten behoeve van een Centrum voor Jeugd en Gezin en een huisarts. Hij verzocht om alle documenten die betrekking hebben op deze verbouwing vanaf 1 januari 2019. Na verschillende besluiten van het college, waarin meer documenten gedeeltelijk openbaar werden gemaakt, heeft de rechtbank geoordeeld dat het college voldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat de door [appellant] genoemde documenten niet in zijn bezit zijn. [appellant] ging in hoger beroep, maar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Afdeling oordeelde dat het college niet verplicht is documenten te verstrekken die het niet heeft, en dat de gronden van [appellant] in hoger beroep niet slaagden. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202300853/1/A3.
Datum uitspraak: 2 juli 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in [woonplaats],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord­-Holland van 23 december 2022 in zaak nr. 21/5422 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar.
Procesverloop
Bij besluit van 11 mei 2021 heeft het college naar aanleiding van een verzoek van [appellant] om openbaarmaking van informatie een aantal documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt.
Bij besluit van 9 september 2021 heeft het college, beslissend op het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar, het besluit van 11 mei 2021 vervangen en nog meer documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt.
Bij besluit van 19 november 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, dat besluit herroepen en nog meer documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt.
Bij uitspraak van 23 december 2022 heeft de rechtbank het door
[appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 19 november 2021 vernietigd voor zover daarbij is nagelaten de bij het verweerschrift overgelegde geanonimiseerde factuur openbaar te maken, bepaald dat deze factuur openbaar wordt gemaakt en dat dit besluit voor het overige in stand blijft.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
[appellant] heeft de Afdeling toestemming, als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht verleend om kennis te nemen van de niet openbaar gemaakte informatie.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 mei 2025, waar [appellant], vergezeld van [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door M. Blom, zijn verschenen.
Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
1.       [appellant] huurde voor zijn tandartspraktijk een ruimte in het pand aan de [locatie] in Stompetoren dat eigendom is van de gemeente Alkmaar. In dat pand heeft, in opdracht van de gemeente, een verbouwing plaatsgevonden ten behoeve van een Centrum voor Jeugd en Gezin en een huisarts. Tijdens de verbouwing was een directievoerder aanwezig die de werkzaamheden coördineerde. Deze directievoerder handelde in opdracht van de gemeente als eigenaar van het pand en eventueel in opdracht van een toekomstige huurder.
2.       [appellant] heeft het college verzocht om aan hem op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) alle documenten te verstrekken die betrekking hebben op de verbouwing van dit pand vanaf 1 januari 2019. Hij heeft toegelicht dat onder ‘documenten’ wordt verstaan: alle vormen van papieren en digitale teksten, waaronder bijvoorbeeld bouwtekeningen, contracten, overeenkomsten, emailberichten, gespreksverslagen, memo’s, brieven, notities, appberichten, etc. die intern en/of extern gewisseld zijn met welke betrokken partij of overlegpartner dan ook.
3.       Nadat het college op 11 mei 2021 op het verzoek heeft beslist en een aantal documenten openbaar heeft gemaakt, heeft [appellant] in zijn bezwaarschrift van 25 mei 2021 een overzicht gemaakt van documenten die het college volgens hem ten onrechte niet openbaar heeft gemaakt. Daarin staat, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
‘[…]
31. Bestand [OF5763365.pdf] bevat: offerte GYSZ d.d. 20/11/20 vermeldt ‘cilinders volgens sluitplan (bijlage)’, maar bijlage met sluitplan ontbreekt.
- INT-02 Plafondplan 08-06-2020
[…]
35. Bestand [20065 Tandartsenpraktijk - Offerte plafonds
d.d. 24-8-2020.pdf] bevat: offerte Verwol 24/8/20 die verwijst (p. 3) naar ‘Gebruikte gegevens’, tekeningnummer INT-02 Plafondplan dd 8/6/20, maar tekening ontbreekt (zie ook nr. 28 in deze lijst).
[…]
43. Werkzaamheden aan het alarmsysteem dat is aangebracht in de tandartsenruimten en in de gemeenschappelijke gang. Over deze werkzaamheden zijn geen offertes, opdrachten, bestekken, tekeningen, facturen of andere afspraken aangetroffen.
44. Documenten (verslagen, e-mails, contracten etc.) over overleg en/of afspraken met de huisartsenpraktijk zijn niet aangetroffen.’
4.       Bij besluit van 9 september 2021 heeft het college, beslissend op het door [appellant] gemaakte bezwaar, het besluit van 11 mei 2021 vervangen en nog meer documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. Het college heeft ten aanzien van punt 43 van het overzicht gesteld dat het geen stukken van deze werkzaamheden heeft omdat de huisartsenpraktijk de opdracht voor deze werkzaamheden heeft gegeven. Ten aanzien van punt 44 heeft het college gesteld dat de documenten die binnen de reikwijdte van het verzoek vallen openbaar worden gemaakt.
Bij besluit 19 november 2021 heeft het college het door [appellant] daartegen ingestelde bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 9 september 2021 herroepen en nog meer documenten gedeeltelijk openbaar gemaakt. Voor zover het college niet de documenten heeft waarom is verzocht, verwijst het college naar de motivering in de eerdere besluitvorming. In aanvulling daarop stelt het college met betrekking tot het plafondplan (punt 31) dat het alleen over definitieve stukken beschikt en niet over concepten. De definitieve stukken zijn al bij besluit van 11 mei 2021 openbaar gemaakt.
5.       In het verweerschrift dat het college bij de rechtbank heeft ingediend heeft het college nog een nadere toelichting gegeven op de onder punten 31, 35, 43 en 44 genoemde documenten.
Wat heeft de rechtbank overwogen?
6.       De rechtbank heeft overwogen dat het college voldoende inzichtelijk heeft gemaakt op welke wijze naar de documenten is gezocht en dat de door [appellant] genoemde documenten niet in zijn bezit zijn.
Het college heeft ten aanzien van punt 31 voldoende toegelicht dat alleen de eindversie van het sluitplan, zijnde versie 2, is bewaard en dat andere versies conceptversies zijn en daarom niet worden bewaard.
[appellant] heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze documenten wel onder het college berusten.
Verder is de rechtbank van oordeel dat het college aannemelijk heeft gemaakt dat het conceptplafondplan niet in zijn bezit is. Het college heeft ter zitting toegelicht dat de directievoerder door de gemeente extern was ingehuurd om de regie te voeren bij het bouwproject aan de [locatie]. De directievoerder mocht ook zelfstandig besluiten nemen. Het college werd met name op de hoogte gehouden van de eindresultaten via telefonisch overleg of in het bouwoverleg en dus niet van alle details. Daarom zijn niet alle (versies van) documenten bij het college terecht gekomen.
Tot slot heeft het college ten aanzien van de onder punten 43 en 44 genoemde documenten aannemelijk gemaakt dat de huisarts zelfstandig de opdracht heeft gegeven om een alarmsysteem aan te leggen in het pand. Het college heeft hier geen bemoeienis mee gehad en heeft dan ook geen documenten hierover in zijn bezit. De directievoerder was wellicht op de hoogte van de aanleg van het alarmsysteem in het pand, maar dit betekent niet dat het college daaromtrent documenten in zijn bezit heeft. Ook is aannemelijk gemaakt dat overige communicatie, dan wel afspraken tussen de directievoerder en de huisarts niet in het bezit zijn van het college.
[appellant] heeft met dat wat hij heeft aangevoerd niet aannemelijk gemaakt dat deze documenten toch onder het college berusten, aldus de rechtbank.
7.       [appellant] is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en heeft daartegen hoger beroep ingesteld.
Wat heeft [appellant] in hoger beroep aangevoerd?
8.       [appellant] voert aan het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het niet beschikt over het sluitplan (punt 31) en het plafondplan (punt 35). De stelling van het college dat deze documenten niet bewaard hoeven te worden is in strijd met artikel 3 van de Archiefwet. Ook heeft het college onvoldoende gemotiveerd waarom er geen documenten zijn over het alarmsysteem (punt 43) en over afspraken met de huisartsenpraktijk (punt 44). Volgens [appellant] moeten er documenten zijn waarin is vastgelegd wat er ‘telefonisch en via het bouwoverleg’ tussen de gemeente en de directievoerder is afgesproken. Ook zouden er facturen moeten zijn van de directievoerder aan de gemeente in verband met de begeleiding van de verbouwing. [appellant] wijst erop dat er afspraken zijn gemaakt tussen de gemeente en de huisarts(enpraktijk) over de verbouwing en de vestiging van de praktijk in het pand, waaronder bijvoorbeeld het ‘gasloos’ maken van het pand, de investeringen en wie wat zou betalen. Daarbij moet zijn vastgelegd wie verantwoordelijk was voor welke beslissingen en opdrachten, zoals bijvoorbeeld de aanleg van een alarmsysteem in het pand.
8.1.    De Afdeling is van oordeel dat het betoog van [appellant] niet slaagt. De gronden die [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd zijn zo goed als een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. [appellant] heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de aangevallen uitspraak onjuist of onvolledig zou zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder 8.5 - 8.6.3 opgenomen overwegingen, waarop dat oordeel is gebaseerd.
Zij voegt daaraan nog toe dat het college in de schriftelijke uiteenzetting ten aanzien van punt 44 nog heeft toegelicht dat de offerte van de directievoerder en opdrachtbevestiging van de gemeente al openbaar zijn gemaakt. Dit betreft documenten 133 en 135. Ook de eindfactuur met de termijnbedragen is al openbaar gemaakt. Dit betreft document 136. Meer documenten zijn er volgens het college niet.
Verder voegt zij daaraan toe dat overheidsorganen op grond van artikel 3 van de Archiefwet verplicht zijn de onder hen berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Maar dat neemt niet weg dat het college geen documenten kan verstrekken die het niet heeft. De Afdeling vindt het niet ongeloofwaardig dat het college de gevraagde documenten niet heeft.
9.       Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.
10.     Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.
Aldus vastgesteld door mr. J.Th. Drop, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. T.E. Larsson-van Reijsen, griffier.
w.g. Drop
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Larsson-van Reijsen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 juli 2025
978