ECLI:NL:RVS:2025:3018
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M.J.M. Ristra-Peeters
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak betreffende verblijfsvergunning
Op 3 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak over een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft de minister van Asiel en Migratie, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 21 mei 2025 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de verblijfsvergunning van de betrokkene in te trekken, vernietigd. De staatssecretaris had eerder op 21 juli 2022 de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd ingetrokken en een aanvraag voor een EU-verblijfsvergunning afgewezen. De minister verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de beoordeling van de grieven nader onderzoek vereist en heeft besloten om de voorlopige voorziening te treffen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Ristra-Peeters, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.