ECLI:NL:RVS:2025:3019
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 3 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin appellant, vertegenwoordigd door mr. D.G. Metselaar, hoger beroep had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 3 juni 2025 het beroep van appellant tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen, ongegrond verklaard. Appellant verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar het hoger beroep richtte zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat appellant niet had uitgelegd waarom de uitspraak van de rechtbank niet juist was, waardoor er geen inhoudelijk oordeel kon worden gegeven over het hoger beroep. Het hoger beroep werd daarom niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.