ECLI:NL:RVS:2025:3045

Raad van State

Datum uitspraak
7 juli 2025
Publicatiedatum
7 juli 2025
Zaaknummer
202402365/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit staatssecretaris van Justitie en Veiligheid inzake beëindiging van recht op bescherming en uitzetting

Op 1 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloten dat het recht op bescherming van betrokkene, op grond van Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. Tevens is betrokkene opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na deze datum te verlaten. Dit besluit werd op 14 februari 2024 ingetrokken. Vervolgens heeft de staatssecretaris op 24 januari 2024 vastgesteld dat betrokkene vanaf 5 maart 2024 niet langer rechtmatig in Nederland verblijft en op 7 februari 2024 opnieuw een uitzettingsbevel afgegeven, waarbij betrokkene wederom werd opgedragen om de EU binnen vier weken te verlaten.

De rechtbank Den Haag heeft op 27 maart 2024 het beroep van betrokkene tegen het besluit van 1 september 2023 niet-ontvankelijk verklaard, maar het beroep tegen de besluiten van 24 januari en 7 februari gegrond verklaard en deze besluiten vernietigd. Hierop heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. T.E. van Houwelingen-Boer, heeft schriftelijk gereageerd en beide partijen hebben zienswijzen ingediend naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar uitspraak van 7 juli 2025 het beroep van de staatssecretaris gegrond verklaard, waarmee de eerdere uitspraak van de rechtbank werd herzien. De uitspraak is gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, in aanwezigheid van griffier mr. D.C.M. van Trappen.

Uitspraak

202402365/1/V3.
Datum uitspraak: 7 juli 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, van 27 maart 2024 in zaken nrs. NL23.25167 en NL24.6176 in het geding tussen:
[appellant]
en
de minister.
Procesverloop
Bij besluit van 1 september 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid bepaald dat op 4 september 2023 het recht op bescherming eindigt dat betrokkene geniet op grond van Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022. De staatssecretaris heeft betrokkene ook opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na 4 september 2023 te verlaten. De staatssecretaris heeft dit besluit op 14 februari 2024 ingetrokken.
Bij besluit van 24 januari 2024 heeft de staatssecretaris vastgesteld dat betrokkene met ingang van 5 maart 2024 niet langer rechtmatig in Nederland verblijft. Bij besluit van 7 februari 2024 heeft zij betrokkene vervolgens opgedragen om de Europese Unie binnen vier weken na 4 maart 2024 te verlaten.
Bij uitspraak van 27 maart 2024 heeft de rechtbank het door betrokkene tegen het besluit van 1 september 2023 ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het door betrokkene tegen de besluiten van 24 januari 2024 en 7 februari 2024 ingestelde beroep gegrond verklaard en die besluiten vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris hoger beroep ingesteld.
Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. T.E. van Houwelingen- Boer, advocaat in Amsterdam, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De minister en betrokkene hebben op verzoek van de Afdeling schriftelijke zienswijzen gegeven op het arrest van het Hof van Justitie van 19 december 2024, Kaduna e.a., ECLI:EU:C:2024:1038.
Overwegingen
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
III.      verklaart het beroep gegrond;
Aldus vastgesteld door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. D.C.M. van Trappen, griffier.
w.g. De Poorter
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Trappen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 7 juli 2025
985