ECLI:NL:RVS:2025:3151
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 21 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 22 mei 2025 het beroep ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 10 juli 2025 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker heeft gevraagd om niet te worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de aangevoerde argumenten, het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om geen voorlopige voorziening te treffen en het verzoek af te wijzen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.