ECLI:NL:RVS:2025:3162
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar inschrijving bacheloropleiding Fiscaal recht Universiteit van Amsterdam
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een besluit van het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam, dat op 25 maart 2025 het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard. De appellant had een verzoek tot inschrijving ingediend voor de bacheloropleiding Fiscaal recht, maar dit verzoek was aanvankelijk op 12 september 2024 afgewezen omdat hij niet had aangetoond het collegegeld te hebben betaald. Na bezwaar te hebben gemaakt, waarbij hij verwees naar een afgegeven machtiging voor de incasso van het collegegeld, is de appellant alsnog ingeschreven voor de opleiding. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 juli 2025 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Afdeling overweegt dat de appellant met zijn bezwaar heeft bereikt wat hij beoogde, namelijk inschrijving voor de opleiding. Het college heeft het eerdere besluit van 12 september 2024 herroepen, waardoor de appellant nu ingeschreven is. De Afdeling concludeert dat het bezwaar van de appellant zich niet richtte tegen de beslissing om hem alsnog in te schrijven, en dat hij om deze reden geen procesbelang meer had. Het college heeft het bezwaar van de appellant terecht niet-ontvankelijk verklaard. De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden.