202203188/1/R2.
Datum uitspraak: 23 juli 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant A] en [appellant B] (hierna: [appellanten]), beiden wonend in Simpelveld,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Simpelveld,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 17 februari 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Herinrichting Uitkijkpunt Huls" gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellanten] hebben een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 22 mei 2025, waar [appellanten], bijgestaan door mr. G.A.M. van de Wouw, rechtsbijstandverlener in Noorbeek, en de raad, vertegenwoordigd door drs. S.J. van de Venne en mr. M.J.J. Meevis, zijn verschenen.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 31 oktober 2021 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2. Het bestemmingsplan maakt de herinrichting van het Hulsveld mogelijk. Er worden een uitkijkpunt en een horecagelegenheid met parkeervoorziening mogelijk gemaakt op een nu grotendeels onbebouwd veld. In het uitkijkpunt en de horecagelegenheid wordt de sarcofaag van Simpelveld geïntegreerd. Aan de zuidelijke kant van het plangebied wordt het terrein heringericht met een slingerpad en een aantal picknick- en/of zitplekken.
[appellanten] wonen aan de overkant van het plangebied en komen op tegen dit bestemmingsplan. Zij vrezen vooral dat de horecabestemming die het bestemmingsplan heeft toegekend aan een deel van de gronden, zal leiden tot een aantasting van hun woon- en leefklimaat.
Is het bestemmingsplan overschreven?
3. De Afdeling overweegt dat voor deze locatie een nieuw bestemmingsplan is vastgesteld op 6 oktober 2022. Dit is het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Buitengebied 2021 Simpelveld" (hierna: bestemmingsplan HBBS). In bestemmingsplan HBBS is alleen de gebiedsaanduiding "wetgevingszone - regelgeving aanpassingen verbeelding" toegekend aan deze locatie. Er zijn geen bestemmingen of andere aanduidingen toegekend aan deze locatie. De Afdeling heeft bij uitspraak van 6 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:862 het beroep dat was ingesteld tegen bestemmingsplan HBBS ongegrond verklaard. Dit betekent dat bestemmingsplan HBBS onherroepelijk is. 3.1. Artikel 1 van bestemmingsplan HBBS luidt:
"Op dit bestemmingsplan zijn de regels van de bestemmingsplannen:
- bestemmingsplan "Buitengebied 2016": vastgesteld op 16 augustus 2016
- bestemmingsplan "Molsberg 79-96 te Simpelveld": vastgesteld op 28 juni 2018
- bestemmingsplan "Buitengebied 2016, 2e herziening": vastgesteld op 13 december 2018
- bestemmingsplan "Oude Molenstraat 7, Simpelveld": vastgesteld op 8 december 2020
van toepassing, met inachtneming van de in deze regels beschreven wijzigingen."
Artikel 2 luidt:
"Indien in dit bestemmingsplan regels worden gewijzigd, verwijderd of toegevoegd en daarbij wordt verwezen naar artikelen, leden en subleden, worden daarmee bedoeld de artikelen, leden en subleden zoals deze zijn opgenomen in de bestemmingsplannen "Buitengebied 2016", "Molsberg 79-96 te Simpelveld", "Buitengebied 2016, 2e herziening" en "Oude Molenstraat 7, Simpelveld". Indien in genoemde bestemmingsplannen regels worden verwijderd of toegevoegd, worden daarmee impliciet de overige artikelen, leden, subleden en overige opsommingen vernummerd met inachtneming van de in dit bestemmingsplan opgenomen wijzigingen."
Artikel 3 luidt:
"Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - regelgeving aanpassingen verbeelding' zijn op de weergegeven bestemmingen en aanduidingen de regels van de bestemmingsplannen "Buitengebied 2016", "Molsberg 79-96 te Simpelveld", "Buitengebied 2016, 2e herziening" en "Oude Molenstraat 7, Simpelveld" van toepassing, met inachtneming van de in deze regels beschreven wijzigingen."
3.2. Het uitgangspunt is dat met de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan het voorgaande bestemmingsplan wordt overschreven, tenzij uit het nieuwe bestemmingsplan volgt dat het voorgaande bestemmingsplan (al dan niet gedeeltelijk) in samenhang met het nieuwe bestemmingsplan blijft gelden. Of en in hoeverre een voorgaand plan zijn betekenis behoudt, is afhankelijk van de bewoordingen in de planregels, in combinatie gelezen met de verbeelding, en moet dus per geval beoordeeld worden.
3.3. Omdat er in bestemmingsplan HBBS geen bestemmingen of aanduidingen zijn toegekend aan deze locatie, afgezien van de gebiedsaanduiding "wetgevingszone - regelgeving aanpassingen verbeelding", is gelet op artikel 3 van bestemmingsplan HBBS de verbeelding van het hier voorliggende bestemmingsplan niet overschreven. De in het voorliggende bestemmingsplan toegekende bestemmingen en aanduidingen zijn blijven gelden. In artikel 1 van bestemmingsplan HBBS is verder bepaald dat de regels van de vier genoemde bestemmingsplannen van toepassing zijn op dit bestemmingsplan, met in achtneming van de in het bestemmingsplan HBBS opgenomen wijzigingen. Het hier voorliggende bestemmingsplan wordt echter niet genoemd, waardoor de regels uit het hier voorliggende bestemmingsplan zijn overschreven door de regels van bestemmingsplan HBBS en niet meer gelden.
3.4. Op de zitting heeft de raad aangegeven dat dit niet de bedoeling is geweest. Het voorgaande heeft tot gevolg dat de verbeelding van het hier voorliggende bestemmingsplan geldt, maar niet met de daarbij behorende regels van het bestemmingsplan HBBS. Dat is rechtsonzeker. Het voorliggende bestemmingsplan moet daarom vernietigd worden.
3.5. Omdat het bestemmingsplan vernietigd moet worden, komt de Afdeling niet toe aan een inhoudelijke bespreking van de beroepsgronden van [appellanten]. [appellanten] hebben op de zitting betoogd dat zij nog belang hebben bij een inhoudelijke beoordeling van hun gronden, omdat de raad de ontwikkeling in dit bestemmingsplan alsnog op een andere manier mogelijk kan maken. De Afdeling overweegt dat de raad zich op het standpunt heeft gesteld dat hij gaat nadenken hoe deze ontwikkeling alsnog mogelijk kan worden gemaakt als geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan moet worden vernietigd, omdat de planregels zijn overschreven. Dit betekent niet dat [appellanten] nog belang hebben bij een inhoudelijke bespreking van hun gronden. De manier waarop de raad in een eventueel toekomstig besluit deze ontwikkeling alsnog mogelijk wil maken, kan in deze procedure niet beoordeeld worden. Als de raad een nieuw besluit neemt, kunnen [appellanten] daar tegen opkomen.
Conclusie
4. Het beroep is gegrond. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Herinrichting Uitkijkpunt Huls" moet worden vernietigd.
5. De raad moet de proceskosten van [appellanten] vergoeden.
6. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 27 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1174, zijn op een eventueel nieuw te nemen besluit de Omgevingswet en de daarbij behorende omgevingsrechtelijke regels van toepassing. Dat houdt onder meer in dat niet meer kan worden teruggevallen op het vóór 1 januari 2024 ter inzage gelegde ontwerpbestemmingsplan, omdat in het ontwerpbestemmingsplan geen regels zijn gesteld met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep gegrond;
II. vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Simpelveld van 17 februari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Herinrichting Uitkijkpunt Huls";
III. veroordeelt de raad van de gemeente Simpelveld tot vergoeding van bij [appellant A] en [appellant B] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.883,58, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatige verleende bijstand, met dien verstande dat bij d betaling van genoemd bedrag aan één van hen, het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
IV. gelast dat de raad van de gemeente Simpelveld aan [appellant A] en [appellant B] het door hun voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C.M. Schellingerhout, griffier.
w.g. Ten Veen
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schellingerhout
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 juli 2025
980