ECLI:NL:RVS:2025:3478
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Amsterdam
Op 24 juli 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door de minister van Justitie en Veiligheid tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 juni 2025, waarin de rechtbank in zaak nr. 23/2050 had geoordeeld. De minister verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij de voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister uiterlijk binnen tien weken moet voldoen aan de uitspraak van de rechtbank door opnieuw op het bezwaar van de wederpartij te beslissen. Tevens is bepaald dat de minister het advies niet openbaar hoeft te maken voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Tijdens de openbare zitting, die op 24 juli 2025 om 13:00 uur plaatsvond, waren de minister en de wederpartij vertegenwoordigd door hun advocaten. De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing rekening gehouden met de te verwachten duur van de procedure in hoger beroep en heeft de beslistermijn van de rechtbank verlengd tot tien weken na de uitspraak.