ECLI:NL:RVS:2025:3540
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 1 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 29 juli 2024 was ingewilligd. Echter, de rechtbank had op 19 juni 2025 het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de minister vernietigd, met de opdracht aan de minister om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de geboortedatum van betrokkene werd gecorrigeerd.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als betrokkene afgewogen en besloten dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 augustus 2025, en de voorzieningenrechter, mr. J.J.W.P. van Gastel, heeft de beslissing vastgesteld in tegenwoordigheid van griffier mr. E.E. Pronk.