ECLI:NL:RVS:2025:3720
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen uitspraak rechtbank Den Haag
Op 3 oktober 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 19 september 2023 beëindigd zal worden. Hiertegen heeft betrokkene bezwaar gemaakt, wat op 26 januari 2024 door de staatssecretaris gegrond is verklaard. De rechtbank Den Haag heeft op 26 mei 2025 het beroep van betrokkene gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de minister binnen zes weken een nieuw besluit op het bezwaar moet nemen. De minister van Asiel en Migratie heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de minister verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zij geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en besloten dat de minister geen nieuw besluit hoeft te nemen totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. Deze beslissing is genomen door mr. J.H. van Breda, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. Verbeek, griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 7 augustus 2025.