ECLI:NL:RVS:2025:3725
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 5 augustus 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker had eerder, op 10 juni 2024, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen. Hiertegen heeft verzoeker beroep aangetekend, maar de rechtbank verklaarde dit beroep op 1 mei 2025 ongegrond. Vervolgens heeft verzoeker hoger beroep ingesteld, dat op 5 augustus 2025 eveneens ongegrond werd verklaard door de Afdeling.
Op 4 augustus 2025 heeft verzoeker de voorzieningenrechter van de rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden overgedragen totdat op zijn bezwaarschrift was beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter behandeling doorgezonden naar de Afdeling. In de overwegingen van de uitspraak werd gesteld dat de argumenten van verzoeker geen aanleiding gaven om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de voorgenomen overdracht. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft beslist dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.