ECLI:NL:RVS:2025:3794
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 9 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van betrokkene voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 21 september 2023 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde. De rechtbank bepaalde dat de staatssecretaris een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de uitspraak. De staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In het hoger beroep heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de grieven van de staatssecretaris beoordeeld. De staatssecretaris betoogde dat de rechtbank niet voldoende had gemotiveerd waarom betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat zijn Keniaanse paspoort op frauduleuze wijze was verkregen. De Afdeling oordeelde dat de grief van de staatssecretaris slaagde, omdat het dossier niet aantoonde dat betrokkene aan de eisen voldeed om aannemelijk te maken dat zijn paspoort frauduleus was verkregen.
Betrokkene had ook een voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld, waarin hij de bewijswaarde van documenten die hij had overgelegd, betwistte. De Afdeling oordeelde echter dat deze grief niet kon leiden tot het beoogde doel, omdat zelfs als de documenten authentiek waren, dit niet betekende dat de minister niet mocht uitgaan van de Keniaanse nationaliteit van betrokkene.
Uiteindelijk verklaarde de Afdeling het hoger beroep van de staatssecretaris gegrond, vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond. De minister hoefde geen proceskosten te vergoeden.