ECLI:NL:RVS:2025:3892

Raad van State

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
202306150/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning asiel

Bij besluit van 26 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze beslissing heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, advocaat in Gieten, hoger beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 30 augustus 2023 het beroep van appellant ongegrond verklaard. Appellant heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 14 augustus 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak wordt bevestigd dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en concludeert dat het hoger beroep ongegrond is. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.

De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en onderstreept dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 augustus 2025.

Uitspraak

202306150/1/V3.
Datum uitspraak: 14 augustus 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[appellant],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 30 augustus 2023 in zaak nr. NL23.21833 in het geding tussen:
appellant
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 26 juli 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 30 augustus 2023 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, advocaat in Gieten, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank is namelijk terecht en op goede gronden tot haar oordeel gekomen. De Afdeling neemt de motivering onder 7.3 en 7.4 van de uitspraak van de rechtbank over.
1.1.    Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. V.V. Essenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Kraak, griffier.
w.g. Essenburg
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Kraak
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2025
1020