ECLI:NL:RVS:2025:3905

Raad van State

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
202504242/2/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake toelating tot BOL-opleiding gespecialiseerd pedagogisch medewerker

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 20 augustus 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoeker, een inwoner van [woonplaats], had eerder een aanvraag ingediend bij de Raad van Bestuur van het ROC Amsterdam - Flevoland voor toelating tot de beroepsopleidende leerweg gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 (BOL-opleiding) van het MBO College Hilversum. Deze aanvraag werd op 24 maart 2025 afgewezen. Na een tweede afwijzing op 3 juni 2025, waarbij de verzoeker werd toegelaten tot een versnelde opleidingsvariant, heeft de verzoeker bezwaar gemaakt. Dit bezwaar werd op 15 juli 2025 ongegrond verklaard, waarna de verzoeker beroep heeft ingesteld en een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 12 augustus 2025, waar de verzoeker werd bijgestaan door mr. B. Salamat, en de Raad van Bestuur werd vertegenwoordigd door mr. M.D.W. Hoekstra-Krosenbrink. In de uitspraak van 20 augustus 2025 werd geconcludeerd dat er geen sprake meer was van een geding, aangezien er al een uitspraak was gedaan in een gerelateerde zaak (ECLI:NL:RVS:2025:3904). Hierdoor werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202504242/2/A2.
Datum uitspraak: 20 augustus 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend in [woonplaats],
verzoeker,
en
de Raad van Bestuur van het ROC Amsterdam - Flevoland,
verweerder.
Procesverloop
Bij beslissing van 24 maart 2025 heeft de Raad van Bestuur het verzoek van [verzoeker] om toegelaten te worden tot de beroepsopleidende leerweg gespecialiseerd pedagogisch medewerker niveau 4 (hierna: de BOL-opleiding) van het MBO College Hilversum afgewezen.
Bij beslissing van 3 juni 2025 heeft de Raad van Bestuur [verzoeker] opnieuw geweigerd voor de BOL-opleiding en hem toegelaten tot de versnelde opleidingsvariant van de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch medewerker niveau 4 (hierna: de derde leerwegroute).
Bij beslissing van 15 juli 2025 heeft de Raad van Bestuur het door [verzoeker] tegen de beslissing van 3 juni 2025 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] beroep ingesteld. Ook heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Raad van Bestuur heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 12 augustus 2025, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. B. Salamat, rechtsbijstandsverlener in Markelo, en de Raad van Bestuur, vertegenwoordigd door mr. M.D.W. Hoekstra-Krosenbrink, zijn verschenen.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag in zaaknummer 202504242/1/A2, ECLI:NL:RVS:2025:3904, heeft de Afdeling op het beroep van [verzoeker] beslist. Dit betekent dat er geen sprake meer is van een geding. Het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen wordt daarom afgewezen.
2.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Rietveld, griffier.
w.g. Daalder
voorzieningenrechter
w.g. Rietveld
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2025
1064