ECLI:NL:RVS:2025:3918
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag door minister van Asiel en Migratie
Op 19 november 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd opnieuw afgewezen. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 16 juli 2025 het beroep gegrond heeft verklaard, het besluit van de minister heeft vernietigd en de minister heeft opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de minister binnen zes maanden na de uitspraak van de rechtbank een nieuw besluit moet nemen. Aangezien er geen spoedeisend belang is aangetoond door de minister, is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2025.