ECLI:NL:RVS:2025:3929
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake verblijfsrecht gemeenschapsonderdaan
Op 18 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een verzoeker die in hoger beroep ging tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het beroep van de verzoeker gegrond werd verklaard. De zaak betreft de vaststelling door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid dat de verzoeker geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan in Nederland meer heeft. Dit besluit werd genomen op 31 januari 2024 en het bezwaar van de verzoeker tegen dit besluit werd op 23 september 2024 ongegrond verklaard door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank had op 4 juli 2025 de eerdere beslissing van de minister vernietigd, maar de verzoeker heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening en heeft het verzoek afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 augustus 2025.