ECLI:NL:RVS:2025:3937
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 21 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 10 december 2024 niet in behandeling is genomen. Betrokkene had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 30 juni 2025 het beroep gegrond verklaarde en de minister opdroeg binnen acht weken een nieuw besluit te nemen. De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft, en heeft daarom de gevraagde voorlopige voorziening getroffen. Dit houdt in dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 augustus 2025.