ECLI:NL:RVS:2025:4030
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
Op 20 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd aan betrokkene. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam. Op 14 februari 2025 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend aan betrokkene. De minister heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
In het hoger beroep heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft vastgesteld dat het JCS geen gespecialiseerde bewaringsaccommodatie is in de zin van artikel 10, eerste lid, van de Opvangrichtlijn. De Afdeling verwijst naar eerdere uitspraken van 29 januari 2025 en 26 februari 2025 ter ondersteuning van haar oordeel. De Afdeling concludeert dat de grief van de minister slaagt en dat het hoger beroep gegrond is.
De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, en omdat er geen beroepsgronden zijn die de rechtbank niet heeft besproken, wordt het beroep van betrokkene alsnog ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2025.