ECLI:NL:RVS:2025:4363
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijheidsontnemende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
Op 11 september 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een appellant tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Het besluit, genomen op 7 juli 2025, hield in dat de minister een vrijheidsontnemende maatregel aan de appellant had opgelegd. De rechtbank Den Haag had op 13 augustus 2025 het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Simicevic, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had eerder al een vergelijkbare rechtsvraag beantwoord, en het hogerberoepschrift bevatte geen nieuwe vragen die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden. De Afdeling heeft ook geen redenen gevonden om de grensdetentie onrechtmatig te achten. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 september 2025, en de betrokken rechters zijn mr. B. Meijer als lid van de enkelvoudige kamer en mr. S.S. Jiawan als griffier.