ECLI:NL:RVS:2025:4397

Raad van State

Datum uitspraak
17 september 2025
Publicatiedatum
17 september 2025
Zaaknummer
202503639/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in hoger beroep inzake beëindiging opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening

Op 31 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 13 juni 2023 beëindigd zou worden. Hiertegen heeft betrokkene bezwaar gemaakt, maar dit werd door de staatssecretaris ongegrond verklaard op 29 februari 2024. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, die op 26 mei 2025 het beroep gegrond verklaarde. De rechtbank vernietigde het besluit van de staatssecretaris en bepaalde dat de minister binnen zes weken een nieuw besluit op het bezwaar moest nemen. De minister van Asiel en Migratie heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 september 2025 uitspraak gedaan. In deze uitspraak werd bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit betekent dat de huidige situatie van betrokkene voorlopig gehandhaafd blijft totdat er een definitieve uitspraak in het hoger beroep is gedaan. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wissels, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202503639/2/V1.
Datum uitspraak: 17 september 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Awb, hangende het hoger beroep van:
de minister van Asiel en Migratie,
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, van 26 mei 2025 in zaak nr. 24/5371 in het geding tussen:
[betrokkene]
en
de minister.
Procesverloop
Bij formulier gedateerd op 31 augustus 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid betrokkene geïnformeerd dat hij de opvang in de Landelijke Vreemdelingenvoorziening per 13 juni 2023 beëindigt.
Bij besluit van 29 februari 2024 heeft de staatssecretaris het daartegen door betrokkene gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 26 mei 2025 heeft de rechtbank het daartegen door betrokkene ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister binnen zes weken na de dag van verzending van de uitspraak een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt.
Tegen deze uitspraak heeft de minister hoger beroep ingesteld. Ook heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Betrokkene heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, dat de Afdeling krachtens artikel 8:26 van de Awb in de gelegenheid heeft gesteld om als partij aan het geding deel te nemen, heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Overwegingen
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de minister van Asiel en Migratie geen nieuw besluit op bezwaar hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Wissels, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier.
w.g. Wissels
voorzieningenrechter
w.g. Van den Oosterkamp
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 september 2025
574-1118