ECLI:NL:RVS:2025:459
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.P. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 10 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De vreemdeling had op 27 september 2024 een aanvraag ingediend, die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E. Derksen, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 13 januari 2025 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had terecht geoordeeld en de voorzieningenrechter nam de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevatte geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom was er geen noodzaak voor verdere motivering van het oordeel.
Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, waarbij mr. B.P. Vermeulen als voorzieningenrechter en mr. S.P.M. Zwinkels als griffier aanwezig waren.