ECLI:NL:RVS:2025:5029
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 5 maart 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank, die op 12 september 2025 het beroep ongegrond heeft verklaard. Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. I.M. Zuidhoek, hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 20 oktober 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak wordt gesteld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft op goede gronden geoordeeld en de voorzieningenrechter neemt de motivering van de rechtbank over. Het hogerberoepschrift bevat geen vragen die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moeten worden.
De voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2025.