ECLI:NL:RVS:2025:5112
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.J. Daalder
- J.M. Willems
- J. Schipper-Spanninga
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake registratie als kiesgerechtigde voor de Tweede Kamerverkiezingen
In deze zaak heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan over het beroep van [appellante] tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Het college had op 3 oktober 2025 de aanvraag van [appellante] om haar te registreren als kiesgerechtigde voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal afgewezen. De Afdeling verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat [appellante] niet tijdig het verschuldigde griffierecht had voldaan. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht is een indiener van een beroepschrift verplicht om griffierecht te betalen, en indien dit niet binnen vier weken na de mededeling over de verschuldigdheid is gedaan, kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. In dit geval was [appellante] op 10 oktober 2025 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht, met een deadline van 17 oktober 2025 om 14:00 uur. Aangezien het bedrag niet tijdig was bijgeschreven op de rekening van de Raad van State, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures.