ECLI:NL:RVS:2025:5123
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen verlengingsbesluit van de minister van Asiel en Migratie
Op 27 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 2 juni 2025, waarin het beroep van betrokkene tegen het verlengingsbesluit van de minister gegrond werd verklaard en het besluit werd vernietigd. De minister had in maart 2025 besloten om de overdrachtstermijn met twaalf maanden te verlengen, maar dit besluit werd door de rechtbank als onrechtmatig beoordeeld.
In het hoger beroep verzocht de minister de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de uitspraak van de rechtbank niet uitgevoerd hoeft te worden totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft, na afweging van de belangen van beide partijen, geoordeeld dat het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank in stand blijft. Daarom heeft hij de voorlopige voorziening getroffen, waarbij de minister niet verplicht is om de uitspraak van de rechtbank uit te voeren totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 27 oktober 2025.