ECLI:NL:RVS:2025:5147
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 27 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van een verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 juni 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank Den Haag had op 21 mei 2024 het beroep van de verzoeker gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen. De staatssecretaris heeft echter hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. In de tussentijd heeft de minister op 8 mei 2025 de aanvraag van de verzoeker opnieuw niet-ontvankelijk verklaard, waarop de verzoeker beroepsgronden heeft ingediend en een verzoek om voorlopige voorziening heeft gedaan. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gelet op de aangevoerde argumenten, het niet aannemelijk is dat het besluit van 8 mei 2025 niet in stand zal blijven. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 27 oktober 2025.