ECLI:NL:RVS:2025:5289

Raad van State

Datum uitspraak
31 oktober 2025
Publicatiedatum
5 november 2025
Zaaknummer
202500103/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen besluit van de raad van de gemeente Winterswijk over onttrekking van de Hanekampweg aan de openbaarheid

Op 30 november 2023 heeft de raad van de gemeente Winterswijk besloten een deel van de Hanekampweg in Winterswijk Meddo aan de openbaarheid te onttrekken. Dit besluit is door [appellante] aangevochten, waarbij de vraag centraal staat of de raad dit besluit rechtmatig heeft genomen. De rechtbank Gelderland heeft op 6 december 2024 het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, waarop [appellante] in hoger beroep is gegaan.

Tijdens de mondelinge uitspraak op 31 oktober 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van Staatsraad mr. C.H. Bangma, de zaak behandeld. De Afdeling heeft vastgesteld dat de raad de wegonttrekking voldoende heeft gemotiveerd. De nota onder het besluit geeft aan dat het onttrokken deel van de Hanekampweg een functie had in de bereikbaarheid van de bedrijfspercelen, maar deze functie is vervallen omdat de bedrijven zijn verplaatst. De bedrijfspercelen van [appellante] blijven bereikbaar vanaf de openbare weg, waardoor de bedrijfsvoering niet onevenredig wordt verstoord.

[appellante] heeft betoogd dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met de toegankelijkheid en bereikbaarheid van zijn percelen, en dat er een deskundigenonderzoek had moeten plaatsvinden. De Afdeling heeft echter het oordeel van de rechtbank onderschreven en gezien de omstandigheden geen aanleiding gezien om een deskundigenonderzoek te gelasten. Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De raad is niet verplicht om proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202500103/1/A2.
Datum uitspraak: 31 oktober 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: Awb) op het hoger beroep van:
[appellante] en anderen, allen gevestigd in Winterswijk Meddo, gemeente Winterswijk (hierna samen en in enkelvoud: [appellante]),
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 6 december 2024 in zaak nr. 24/88 in het geding tussen:
[appellante]
en
de raad van de gemeente Winterswijk.
Openbare zitting gehouden op 31 oktober 2025 om 13:45 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. C.H. Bangma, lid van de enkelvoudige kamer;
griffier: mr. A.J.Q. Oskam.
Verschenen:
[appellante], vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Kobossen, advocaat in Twello, met een digitale verbinding;
de raad, vertegenwoordigd door mr. Y. Wiggers en mr. Y. Kramer, bijgestaan door mr. R. Wilschut, rechtsbijstandverlener in Haaksbergen, allen met een digitale verbinding.
====================================
Bij besluit van 30 november 2023 heeft de raad een deel van de Hanekampweg in Winterswijk Meddo aan de openbaarheid onttrokken.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van 6 december 2024 van de rechtbank Gelderland, waarin het beroep van [appellante] tegen het besluit van 30 november 2023 ongegrond is verklaard.
Beslissing
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Motivering
1.       De raad heeft bij besluit van 30 november 2023 een deel van de Hanekampweg in Winterswijk Meddo aan de openbaarheid onttrokken. In geschil is of de raad dit mocht doen.
2.       De rechtbank heeft geoordeeld dat de raad de wegonttrekking voldoende heeft gemotiveerd. Uit de nota onder het besluit volgt dat het onttrokken deel van de Hanekampweg een functie had in de bereikbaarheid van de daaraan gelegen bedrijfspercelen, maar deze functie is vervallen omdat deze bedrijven zijn verplaatst. De bedrijfspercelen van [appellante] blijven vanaf de openbare weg bereikbaar. De bedrijfsvoering van [appellante] wordt door de wegonttrekking daarom niet in onevenredige mate verstoord.
3.       [appellante] betoogt dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met de toegankelijkheid en bereikbaarheid van zijn percelen. Door de onttrekking kan hij geen rondje meer om zijn perceel rijden, maar moet hij op eigen terrein keren. Ook had de raad een deskundigenonderzoek moeten doen.
4.       De Afdeling volgt het oordeel van de rechtbank dat de raad de wegonttrekking voldoende heeft gemotiveerd. De Afdeling onderschrijft de onder 7.1 opgenomen overweging in de uitspraak van de rechtbank. Gelet hierop ziet de Afdeling met de rechtbank geen aanleiding om een deskundigenonderzoek te gelasten.
5.       Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
6.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Bangma
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Oskam
griffier
1067