ECLI:NL:RVS:2025:5377
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning en vrijheidsbeperking
Op 6 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. I.M. Hidding, een voorlopige voorziening vroeg. Dit verzoek volgde op een besluit van de minister van Asiel en Migratie van 7 juli 2025, waarin de aanvraag van verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk werd verklaard. Dit besluit werd ook beschouwd als een terugkeerbesluit. De rechtbank Den Haag had op 3 oktober 2025 het beroep van verzoeker tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarna verzoeker in hoger beroep ging.
De minister had op 1 november 2025 aan verzoeker een maatregel van beperking van de vrijheid van beweging opgelegd, waardoor verzoeker zich vanaf 3 november 2025 in een vrijheidsbeperkende locatie in Ter Apel moest ophouden. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij de hogerberoepsprocedure in Nederland in reguliere opvang kon afwachten en niet naar de vrijheidsbeperkende locatie zou worden overgeplaatst.
De voorzieningenrechter overwoog dat er geen aanwijzingen waren dat de minister verzoeker op korte termijn zou uitzetten. Bovendien kon verzoeker in deze procedure niet bereiken dat de voorzieningenrechter de overplaatsing naar de vrijheidsbeperkende locatie verbood of ongedaan maakte. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.