ECLI:NL:RVS:2025:55
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de bewaring van een vreemdeling door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, die op 6 november 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling was op 12 oktober 2024 door de minister van Asiel en Migratie in bewaring gesteld. De rechtbank oordeelde dat de bewaring rechtmatig was en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.G. Wattilete, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in deze zaak. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft volgens de Afdeling terecht geoordeeld en de motivering van de rechtbank wordt overgenomen. De Afdeling ziet geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten en verklaart het hoger beroep ongegrond. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van de motivering van de rechtbank en de afwezigheid van vragen die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moeten worden. De beslissing van de Afdeling bestuursrechtspraak is openbaar uitgesproken op 14 januari 2025.