ECLI:NL:RVS:2025:5553
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 19 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening en een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft een aanvraag van appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de minister van Asiel en Migratie op 27 december 2024 was afgewezen. De rechtbank had op 10 oktober 2025 het beroep van appellant ongegrond verklaard. Appellant, vertegenwoordigd door mr. F. Lavell, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, die op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.