ECLI:NL:RVS:2025:5560

Raad van State

Datum uitspraak
17 november 2025
Publicatiedatum
17 november 2025
Zaaknummer
BRS.25.001958
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Duitsland

Op 17 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, een voorlopige voorziening vroeg. De minister van Asiel en Migratie had op 21 augustus 2025 besloten om de aanvraag van verzoeker niet in behandeling te nemen. Hiertegen had verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 3 november 2025 het beroep ongegrond verklaarde. Verzoeker ging in hoger beroep en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat zijn voorgenomen overdracht aan Duitsland op 18 november 2025 zou worden stopgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen.

De voorzieningenrechter overwoog dat, gelet op de aangevoerde argumenten, het niet aannemelijk was dat de uitspraak van de rechtbank zou worden vernietigd. De belangen van zowel de minister als verzoeker werden in overweging genomen, en de voorzieningenrechter besloot geen voorlopige voorziening te treffen. De overdracht aan Duitsland zou geen onomkeerbare gevolgen hebben, aangezien verzoeker, indien Nederland uiteindelijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van zijn asielverzoek, vanuit Duitsland teruggeleid kan worden naar Nederland. Het verzoek van verzoeker werd afgewezen, en de minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

BRS.25.001958
Datum uitspraak: 17 november 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[verzoeker],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 3 november 2025 in zaak nr. NL25.40060 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 21 augustus 2025 heeft de minister een aanvraag van verzoeker om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 3 november 2025 heeft de rechtbank het daartegen door verzoeker ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft verzoeker hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.        Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat zijn voorgenomen overdracht aan Duitsland op 18 november 2025 achterwege blijft, dat hij niet wordt overgedragen voordat op het hoger beroep is beslist en dat hij opvang en verstrekkingen krijgt.
2.        Gelet op wat is aangevoerd, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. Gelet op de belangen die de minister en verzoeker naar voren hebben gebracht, treft de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening. De overdracht van verzoeker aan Duitsland heeft verder geen onomkeerbare gevolgen. Mocht uiteindelijk blijken dat Nederland verantwoordelijk moet worden geacht voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming, dan kan verzoeker vanuit Duitsland worden teruggeleid naar Nederland.
3.        Het verzoek wordt afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A. Kuijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Huizer, griffier.
w.g. Kuijer
voorzieningenrechter
w.g. Huizer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 november 2025
987