202501291/1/A3.
Datum uitspraak: 10 december 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Red Devil Hot Shot B.V., gevestigd in Delft,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 15 januari 2025 in zaak nr. 24/4561 in het geding tussen:
Red Devil Hot Shot
en
de burgemeester van Delft.
Procesverloop
Bij besluit van 10 augustus 2023 heeft de burgemeester een aanvraag van Red Devil Hot Shot om verruiming van haar openingstijden afgewezen.
Bij besluit van 4 juni 2024 heeft de burgemeester het door Red Devil Hot Shot daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 15 januari 2025 heeft de rechtbank voor zover van belang het door Red Devil Hot Shot daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Red Devil Hot Shot hoger beroep ingesteld.
De burgemeester heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Red Devil Hot Shot heeft een nader stuk ingediend.
De burgemeester heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op een zitting behandeld op 19 november 2025, waar Red Devil Hot Shot, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door mr. A. Kwint, advocaat in Groningen, en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. B. Dunger en H. Mohamed, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1. Red Devil Hot Shot is een shotjes- en cocktailbar aan de Kromstraat 39a te Delft. Red Devil Hot Shot heeft op 30 november 2022 een aanvraag ingediend voor het verruimen van haar openingstijden in afwijking van de exploitatietijden die voor haar op grond van de Algemene plaatselijke verordening van Delft (hierna: APV) gelden. Red Devil Hot Shot wil op donderdag en vrijdag tot 03:00 uur geopend zijn in plaats van tot 01:00 uur en op zaterdag tot 03:00 uur in plaats van tot 02:00 uur.
Deze aanvraag is door de burgemeester afgewezen. Volgens de burgemeester kan de verruiming niet worden toegestaan, omdat er veel meldingen zijn binnengekomen over Red Devil Hot Shot over geluidsoverlast in de avond en nacht en is het daarom aannemelijk dat de verruiming nadelige gevolgen zal hebben voor het woon- en leefklimaat.
Wet- en regelgeving
2. Artikel 2:28a, eerste lid, van de APV luidt:
"Het is de exploitant van een horecabedrijf verboden dit voor bezoekers geopend te hebben en/of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven: op maandag tot en met vrijdag tussen 1.00 uur en 6.00 uur, en op zaterdag en zondag tussen 2.00 uur en 6.00 uur."
Artikel 2:28a, derde lid, van de APV luidt:
"De burgemeester kan door middel van een voorschrift bij een vergunning als bedoeld in artikel 2:27b, eerste lid, en bij de vrijstelling als bedoeld in artikel 2:27b, vijfde lid, voor een afzonderlijk horecabedrijf, niet zijnde een daartoe behorend terras, vaststellen dat gedurende ten hoogste vier dagen per week, geen verplicht sluitingstijdstip geldt."
Artikel 4, eerste lid, van het Uitvoeringsbeleid Sluitingstijden 2012 - Delft (hierna: Uitvoeringsbeleid) luidt:
"Voor horecabedrijven in de binnenstad geldt het vigerende Bestemmingsplan bij de beoordeling of door middel van een voorschrift bij de vergunning of vrijstelling geen verplicht sluitingstijdstip zal gelden."
Artikel 5.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbeleid luidt:
"Het woon- en leefklimaat in de omgeving van het horecabedrijf zal van de exploitatie zonder verplicht sluitingstijdstip geen nadelige gevolgen ondervinden."
Uitspraak rechtbank
3. De rechtbank heeft geoordeeld dat de burgemeester de aanvraag van Red Devil Hot Shot op grond van artikel 2:28a, derde lid, van de APV heeft mogen afwijzen. De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester ten tijde van het besluit op bezwaar aannemelijk heeft gemaakt dat de omgeving nadelige gevolgen zou ondervinden van een verruiming van de openingstijden. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat er in 2022 en 2023 over Red Devil Hot Shot meer dan veertig overlastmeldingen zijn binnengekomen, er een last onder dwangsom aan haar is opgelegd en er maatwerkvoorschriften zoals bedoeld in artikel 2.20 van het Activiteitenbesluit aan haar zijn opgelegd. De rechtbank heeft niet van belang geacht dat Red Devil Hot Shot heeft gesteld dat de laatste klachten uit 2023 zijn en dat zij zich nu houdt aan de maatwerkvoorschriften. Volgens de rechtbank was ten tijde van het besluit op bezwaar de periode zonder overlastmeldingen namelijk minder dan een jaar en daarmee gering. Daarbij heeft de rechtbank opgemerkt dat de overlast pas is verminderd na het opleggen van de last onder dwangsom en de maatwerkvoorschriften. Verder heeft de rechtbank overwogen dat Red Devil Hot Shot niet met cijfers heeft onderbouwd dat de verruiming van de openingstijden van in totaal vijf uur per week noodzakelijk is voor een rendabele exploitatie.
3.1. Tot slot heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van Red Devil Hot Shot op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt, omdat in dit geval geen sprake is van gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld.
Beoordeling van het hoger beroep
Afwijzing van de aanvraag om verruiming van de openingstijden
4. Red Devil Hot Shot betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de burgemeester de aanvraag op grond van artikel 2:28a, derde lid, van de APV heeft mogen afwijzen. Zij voert daartoe aan dat de burgemeester niet aannemelijk heeft gemaakt dat de omgeving nadelige gevolgen ondervindt van een verruiming van de openingstijden. Volgens Red Devil Hot Shot zijn er sinds mei 2023 namelijk geen overtredingen met betrekking tot geluidsoverlast meer geconstateerd en is de last onder dwangsom inmiddels ingetrokken. Verder voert Red Devil Hot Shot aan dat de burgemeester, anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, het gelijkheidsbeginsel heeft geschonden. Bij drie andere horecagelegenheden in de buurt van Red Devil Hot Shot heeft de burgemeester namelijk wel een verruiming van de openingstijden toegewezen.
4.1. De Afdeling is met de rechtbank van oordeel dat de burgemeester zich redelijkerwijs op het standpunt heeft kunnen stellen dat de verruiming van de openingstijden van Red Devil Hot Shot ten tijde van het besluit van 4 juni 2024 een nadelige invloed heeft om het woon- en leefklimaat en de burgemeester de aanvraag daarom heeft mogen afwijzen. Uit de overlegde overzichten van de Omgevingsdienst Haaglanden blijkt namelijk dat ten tijde van dit besluit sprake was van recente, aan Red Devil Hot Shot gerelateerde, overlast. De enkele intrekking van de last onder dwangsom maakt nog niet dat het woon- en leefklimaat ten tijde van het besluit van 4 juni 2024 niet nadelig werd beïnvloed. Verder heeft Red Devil Hot Shot met de overgelegde stukken niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van gelijke gevallen tussen haar en drie andere horecagelegenheden aan wie de burgemeester wel een verruiming van de openingstijden heeft verleend. Stadsbrouwerij De Koperen Kat bevindt zich op een locatie die verder van de binnenstad afligt.
De verlening van de verruiming van de openingstijden aan café De Kurk was slechts een voortzetting van de verruiming die al verleend was.
Eetcafé Flames evenmin gelijk aan Red Devil Hot Shot, aangezien bezoekers daar komen om te eten na het uitgaan.
Het betoog slaagt niet.
Griffierecht
5. Red Devil Hot Shot betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij haar griffierecht niet terugkrijgt. Volgens Red Devil Hot Shot heeft zij voor het beroep niet tijdig beslissen griffierecht betaald en heeft de rechtbank geoordeeld dat dit beroep terecht was.
Verder voert ze aan dat de burgemeester op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) ook griffierecht had moeten vergoeden als zij haar beroep had ingetrokken nadat de burgemeester het besluit op bezwaar had genomen.
5.1. De Afdeling onderschrijft de conclusie van de rechtbank dat Red Devil Hot Shot haar griffierecht in beroep niet vergoed krijgt. Toen Red Devil Hot Shot op 3 mei 2024 beroep instelde tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar door de burgemeester, was zij niet op de hoogte van het besluit op bezwaar van 4 juni 2024. De rechtbank heeft griffierecht geheven voor dit beroep. Toen Red Devil Hot Shot op 10 juli 2024 gronden indiende tegen het besluit van 4 juni 2024, heeft de rechtbank daarvoor niet opnieuw griffierecht geheven. De rechtbank heeft het beroep van Red Devil Hot Shot tegen het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar namelijk met toepassing van artikel 6:20, derde lid, van de Awb aangemerkt als mede betrekking hebbend op het besluit van 4 juni 2024. Het door Red Devil Hot Shot betaalde griffierecht wordt toegerekend aan het beroep van rechtswege tegen het besluit van 4 juni 2024. Nu dit besluit, gelet op wat in het voorgaande is overwogen, in stand blijft, heeft de rechtbank terecht geen aanleiding gezien de burgemeester te gelasten het griffierecht te vergoeden.
Het betoog slaagt niet.
Conclusie
6. Het hoger beroep is ongegrond. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.
7. De burgemeester hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.
Aldus vastgesteld door C.H. Bangma, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Y. Soffner, griffier.
w.g. Bangma
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Soffner
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 december 2025
818 - 1171