ECLI:NL:RVS:2025:603

Raad van State

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
202500561/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen verlenging bewaringsmaatregel door minister van Asiel en Migratie

Op 19 februari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Het besluit, genomen op 18 december 2024, verlengde de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel met maximaal twaalf maanden. De rechtbank Den Haag had op 20 januari 2025 het beroep van de vreemdeling tegen dit besluit ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.G. Wattilete, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak overweegt dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft toegelicht waarom deze uitspraak onjuist zou zijn. Hierdoor kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep, zoals bepaald in artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000. De Afdeling concludeert dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in aanwezigheid van mr. W.M. Vos, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 19 februari 2025.

Uitspraak

202500561/1/V3.
Datum uitspraak: 19 februari 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 20 januari 2025 in zaak nr. NL25.309 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 18 december 2024 heeft de minister de termijn van de aan de vreemdeling opgelegde bewaringsmaatregel verlengd met ten hoogste twaalf maanden.
Bij uitspraak van 20 januari 2025 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.G. Wattilete, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling legt namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Vos
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 februari 2025
644