ECLI:NL:RVS:2025:6157

Raad van State

Datum uitspraak
17 december 2025
Publicatiedatum
17 december 2025
Zaaknummer
202302122/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Vitale Centrum IKC Remigius en Duiven, Droopad 1

Op 14 februari 2023 heeft de raad van de gemeente Duiven het bestemmingsplan "Vitaal Centrum IKC Remigius" vastgesteld, dat voorziet in de nieuwbouw van een Integraal Kindcentrum (IKC) voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Dit plan omvat de gronden rondom het gemeentehuis van Duiven en is bedoeld voor basisonderwijs, kinderopvang en orthopedagogische behandeling. Daarnaast is er een tweede bestemmingsplan vastgesteld voor "Duiven, Droopad 1". Tegen deze besluiten hebben appellanten, wonend in Duiven, beroep ingesteld, waarbij zij aanvoeren dat de raad in strijd met artikel 3.8 van de Wro twee bestemmingsplannen heeft vastgesteld voor hetzelfde plangebied. De raad heeft echter betoogd dat de gesplitste vaststelling niet in strijd is met de Wro, omdat er geen wezenlijk andere plannen zijn vastgesteld dan die ter inzage zijn gelegd. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 14 november 2025 behandeld. De appellanten hebben hun beroep tegen het besluit van 14 februari 2023 ingetrokken, waardoor alleen het beroep tegen het besluit van 12 december 2023 over het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" aan de orde is. De Afdeling heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is en dat het besluit van 12 december 2023 onherroepelijk is geworden. Het beroep tegen het besluit van 14 februari 2023 is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de appellanten daar geen procesbelang meer bij hebben.

Uitspraak

202302122/1/R1.
Datum uitspraak: 17 december 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant] en anderen, allen wonend in Duiven,
appellanten,
en
de raad van de gemeente Duiven,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 14 februari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Vitaal Centrum IKC Remigius" vastgesteld.
Bij besluit van 14 februari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" vastgesteld.
Tegen deze besluiten hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Bij besluit van 12 december 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Vitaal Centrum IKC Remigius" opnieuw en gewijzigd vastgesteld.
Bij besluit van 12 december 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" opnieuw en gewijzigd vastgesteld.
[appellant] en anderen hebben gronden ingediend tegen het besluit van 12 december 2023 tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1".
[appellant] en anderen en de raad hebben nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 november 2025, waar [appellant] en anderen, in de persoon van [persoon] en [gemachtigde], en de raad, vertegenwoordigd door O. van Beers en J.A. Vos, beiden werkzaam bij de gemeente, bijgestaan door mr. A.P. Loo, advocaat te Arnhem, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Blauwhoed Projectontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. E. Dans, advocaat te Rotterdam, als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
2.       Het ontwerpplan voor beide bestemmingsplannen is op 28 juli 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro), zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
3.       De raad heeft het ontwerpbestemmingsplan "Vitaal Centrum, IKC Remigius" ter inzage gelegd. Dit ontwerpbestemmingsplan omvat het plangebied van het plan "Vitaal Centrum IKC Remigius" en het plangebied van het plan "Duiven, Droopad 1". Bij besluiten van 14 februari 2023 heeft de raad besloten de plannen afzonderlijk van elkaar vast te stellen.
Het bestemmingsplan "Vitaal Centrum, IKC Remigius" voorziet in nieuwbouw van het IKC Remigius. Het plangebied omvat de gronden direct rondom het gemeentehuis van Duiven. Het gebouw zal bestaan uit twee bouwlagen met daar bovenop geplaatst enkele installaties. Het gebouw zal huisvesting bieden voor verschillende onderwijs- en aanverwante functies voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Het gaat dan om basisonderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang en orthopedagogische behandeling dat gezamenlijk onder één dak wordt gehuisvest. De bestaande parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen hebben de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" gekregen. De resterende gronden rondom het gemeentehuis zijn voorzien van de bestemming "Woongebied -Uit te werken".
Het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" heeft betrekking op de huidige locatie van IKC Remigius en kent een uit te werken bestemming voor woongebied hieraan toe.
4.       De bestemmingsplannen zijn bij besluiten van 12 december 2023 opnieuw en gewijzigd vastgesteld. Het bestemmingsplan "Vitaal Centrum IKC Remigius" is aldus gewijzigd dat in artikel 6.2.1, lid a, van de planregels is komen te staan: 'het aantal woningen bedraagt minimaal 15 en niet meer dan 20 woningen'. Het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" is aldus gewijzigd dat in artikel  3.2.1. lid  a, is komen te staan: 'het aantal woningen bedraagt minimaal 30 en niet meer dan 50'.
5.       [appellant] en anderen hebben te kennen gegeven in te kunnen stemmen met de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Vitaal Centrum IKC Remigius", maar niet met de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1". De Afdeling merkt daarom slechts het besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" (hierna: het herstelbesluit) aan als besluit in de zin van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het beroep van [appellant] en anderen dient te worden geacht mede te zijn gericht tegen dit besluit.
6.       Ter zitting hebben [appellant] en anderen hun beroep tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan "Vitaal Centrum IKC Remigius" van 14 februari 2023 ingetrokken. Dit betekent dat de Afdeling hierna nog slechts de beroepsgronden behandelt over het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1". De Afdeling zal eerst het beroep van rechtswege tegen het besluit van 12 december 2023 beoordelen en vervolgens bezien of er nog belang bestaat bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep tegen het besluit van 14 februari 2023.
Toetsingskader
7.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling oordeelt niet zelf of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het plan onevenredig zijn in verhouding tot de met het plan te dienen doelen.
Wanneer in een bestemmingsplan een uitwerkingsplicht is opgenomen, moet het college van burgemeester en wethouders in beginsel een uitwerkingsplan vaststellen. Bij een beroep tegen een uitwerkingsplan kan ter beoordeling staan of dit plan is voorbereid en genomen in strijd met het recht. Onder die beoordeling valt de vraag of de uitgewerkte bestemming strookt met de uitwerkingsregels in het bestemmingsplan en, als die regels daarvoor de ruimte laten, met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij geldt de planologische aanvaardbaarheid van de uit te werken bestemming als een gegeven.
Herstelbesluit
8.       [appellant] en anderen voeren aan dat de raad in strijd met artikel 3.8 van de Wro twee bestemmingsplannen heeft vastgesteld voor het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan "Vitaal Centrum IKC Remigius". Volgens hen is het niet mogelijk het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" vast te stellen zonder dat dit als zodanig ter inzage heeft gelegen.
8.1.    De raad stelt dat met de vaststelling van de plannen geen wezenlijk andere plannen zijn vastgesteld dan dat in ontwerp ter inzage zijn gelegd, zodat de gesplitste vaststelling niet in strijd is met de Wro. De raad wijst op uitspraken van de Afdeling van 26 september 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX8304, 26 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4222, 11 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:744 en 20 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2023. Volgens de raad is met de ontwikkeling van het IKC haast  geboden, zodat om die reden twee bestemmingsplannen zijn vastgesteld.
8.2.    De raad kan bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen aanbrengen ten opzichte van het ontwerp. Alleen als de afwijkingen van het ontwerp naar aard en omvang zo groot zijn dat een wezenlijk ander plan is vastgesteld, moet de wettelijke procedure opnieuw worden doorlopen.
De raad heeft in dit geval het plan vastgesteld met een aantal wijzigingen. Het gaat in de kern om het opsplitsen van het plangebied in twee bestemmingsplannen en aanpassing van de planregels zoals weergeven in r.o. 4 van deze uitspraak, als gevolg waarvan een minimum aantal woningen van 30 is vastgelegd. Deze afwijkingen van het ontwerp zijn naar aard en omvang niet zo groot dat een wezenlijk ander plan voorligt.  Hoewel het plan is opgesplitst in twee bestemmingsplannen, komen de plangrens van het plangebied van de beide bestemmingsplannen tezamen overeen met het ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage is gelegd. Anders dan [appellant] en anderen lijken te betogen heeft de opsplitsing van het plangebied voor de aan de plangebieden toegekende bestemmingen en daarbij behorende planregels ook geen gevolgen gehad.  Het betoog slaagt niet.
9.       Voor zover [appellant] en anderen de financiële uitvoerbaarheid van het plan betwisten, overweegt de Afdeling als volgt. De raad stelt dat in de begroting een voorziening is getroffen voor het tekort in de grondexploitatie overeenkomstig de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording en dat het kostenverhaal plaatsvindt via de gronduitgifte. De raad heeft dit ter zitting bevestigd en toegelicht dat de gronden volledig in eigendom van de gemeente zijn. Door [appellant] en anderen is dit niet weersproken, zodat het ervoor moet worden gehouden dat op voorhand geen aanleiding bestaat te twijfelen aan de financiële uitvoerbaarheid van het plan. Het betoog faalt in zoverre.
10.     Ook in de overige gronden van [appellant] en anderen, onder meer over strijd met de Omgevingsvisie Duiven en vermeende foutieve naam van het plan op www.ruimtelijkeplannen.nl, ziet de Afdeling geen aanleiding te oordelen dat het plan niet had mogen worden vastgesteld. Het betoog slaagt niet.
Conclusie over het herstelbesluit
11.     Het beroep is ongegrond.
Het besluit van 14 februari 2023
12.     Omdat uit wat hiervoor is overwogen volgt dat het beroep van [appellant] en anderen tegen het besluit van 12 december 2023 niet leidt tot een vernietiging van dat besluit, wordt dat besluit onherroepelijk. Daarmee komt aan het besluit van 14 februari 2023, waar het beroep zich aanvankelijk tegen richtte, in zoverre geen betekenis meer toe. Onder deze omstandigheden en nu niet is gebleken van enig belang bij een beoordeling van het beroep tegen het besluit van 14 februari 2023, ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat [appellant] en anderen daar geen procesbelang meer bij heeft. In verband hiermee moet zijn beroep tegen het besluit van 14 februari 2023 niet-ontvankelijk worden verklaard.
Proceskosten
13.     De raad heeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het beroep van [appellant] en anderen tegen het besluit van 12 december 2023 van de raad van de gemeente Duiven tot vaststelling van het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" ongegrond;
II.       verklaart het beroep van [appellant] en anderen tegen het besluit van 14 februari 2023 van de raad van de gemeente Duiven tot vaststelling van het bestemmingsplan "Duiven, Droopad 1" niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. C.H. Bangma, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.A. van Heusden, griffier.
w.g. Bangma
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Heusden
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 17 december 2025
647