ECLI:NL:RVS:2025:654
Raad van State
- Herziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Herziening van een bestuursrechtelijke uitspraak inzake de Avans Hogeschool
Op 19 februari 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] tot herziening van een eerdere uitspraak van 12 juni 2024, waarin de Afdeling zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het beroep van [verzoeker] tegen de beslissing van het college van bestuur van de Avans Hogeschool van 24 januari 2023. In zijn verzoek tot herziening stelde [verzoeker] dat zijn klacht onzorgvuldig was behandeld door het college van bestuur. De Afdeling heeft het verzoek op 23 januari 2025 ter zitting behandeld, waarbij [verzoeker] aanwezig was en het college van bestuur vertegenwoordigd was door mr. L.J. Gremmen.
De Afdeling overwoog dat volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een onherroepelijke uitspraak herzien kan worden op basis van feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak plaatsvonden, maar niet bekend waren bij de indiener van het verzoek. [verzoeker] voerde aan dat de Afdeling in de eerdere uitspraak onbevoegd was, maar de Afdeling oordeelde dat de gronden van [verzoeker] niet gericht waren op de bevoegdheid van de Afdeling, maar op het handelen van de onderwijsinstelling. Hierdoor voldeed het verzoek niet aan de voorwaarden van artikel 8:119, eerste lid, van de Awb.
Uiteindelijk heeft de Afdeling het verzoek tot herziening afgewezen en besloten dat de proceskosten niet vergoed hoeven te worden. De uitspraak werd gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, griffier.