ECLI:NL:RVS:2025:825

Raad van State

Datum uitspraak
3 maart 2025
Publicatiedatum
3 maart 2025
Zaaknummer
202500327/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag verblijfsvergunning asiel

In deze zaak heeft de vreemdeling beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, heeft op 17 december 2024 het beroep van de vreemdeling niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. V.M. Oliana, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 maart 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de uitspraak wordt opgemerkt dat het hoger beroep zich niet richt tegen de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet heeft uitgelegd waarom deze uitspraak volgens hem onjuist is. Hierdoor kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep, zoals bepaald in artikel 85 van de Vreemdelingenwet 2000.

De Afdeling heeft besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren. De minister van Asiel en Migratie hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Q. Boon, griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 maart 2025.

Uitspraak

202500327/1/V1.
Datum uitspraak: 3 maart 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 17 december 2024 in zaak nr. NL24.38242 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
De vreemdeling heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een aanvraag om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen.
Bij uitspraak van 17 december 2024 heeft de rechtbank dat beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. V.M. Oliana, advocaat in Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling legt namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Q. Boon, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Boon
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 maart 2025
977