ECLI:NL:RVS:2025:912

Raad van State

Datum uitspraak
4 maart 2025
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
202402582/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
  • A.B. Blomberg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen boete voor illegale toeristische verhuur in Egmond aan Zee

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, [appellant A] en [appellant B], die hun woning in Egmond aan Zee op 27 december 2022 hebben verhuurd aan toeristen zonder de vereiste melding en registratienummer voor toeristische verhuur. Dit is in strijd met de Huisvestingsverordening Gemeente Bergen 2019, specifiek artikel 15, tweede lid, en artikel 18, eerste en tweede lid, onder a. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH) heeft hen hiervoor een boete van € 2.000,00 opgelegd. De rechtbank Noord-Holland heeft op 22 maart 2024 het beroep van appellanten tegen deze boete ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep zijn gegaan.

De mondelinge uitspraak vond plaats op 4 maart 2025, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de uitspraak van de rechtbank bevestigde. De Afdeling oordeelde dat de argumenten van appellanten in hoger beroep grotendeels een herhaling waren van hun eerdere gronden in beroep. De rechtbank had deze gronden al gemotiveerd behandeld en appellanten hebben geen nieuwe redenen aangevoerd die de eerdere beoordeling in twijfel trekken. De Afdeling concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld en dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202402582/1/A2.
Datum uitspraak: 4 maart 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:
[appellant A] en [appellant B], beiden wonend in [woonplaats],
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord­-Holland van 22 maart 2024 in zaak nr. 23/4418 in het geding tussen:
[appellanten]
en
het college van burgemeester en wethouders van Bergen (NH).
Openbare zitting gehouden op 4 maart 2025 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad: mr. A.B. Blomberg, lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: mr. O. van Loon
Jurist: mr. A. Wolda
Verschenen:
het college, vertegenwoordigd door mr. A. Steenbergen en mr. A. Saad.
[appellanten] hebben hun woning aan de [locatie] in Egmond aan Zee op 27 december 2022 verhuurd aan toeristen zonder voorafgaande melding en zonder registratienummer voor toeristische verhuur. Dit is een overtreding van artikel 15, tweede lid, en artikel 18, eerste en tweede lid, onder a, van de Huisvestingsverordening Gemeente Bergen 2019.
Het college heeft hiervoor een boete opgelegd van € 2.000,00.
Het hoger beroep richt zich tegen de uitspraak van de rechtbank van 22 maart 2024, waarin het beroep van [appellanten] tegen
de opgelegde boete ongegrond is verklaard.
Beslissing
De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Gronden
Wat [appellanten] in hoger beroep hebben aangevoerd, is zo goed als een herhaling van de gronden die zij in beroep hebben aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. [appellanten] hebben geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de uitspraak van de rechtbank onjuist of onvolledig zou zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder 7.2 opgenomen overweging, waarop dat oordeel is gebaseerd.
Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
w.g. Blomberg
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Loon
griffier
284-1112