mw. mr. S.N.D. Hendriks-Sneijder

De rechtbank heeft de vordering van [eiseres] tot betaling op basis van een borgtochtovereenkomst afgewezen, omdat de borgstelling rechtsgeldig is vernietigd wegens het ontbreken van toestemming van de echtgenoot van [gedaagde].

Eiser vordert € 9.400,- van gedaagde op basis van een vaststellingsovereenkomst. Gedaagde beroept zich op verrekening van schadeposten. De kantonrechter wijst de vordering gedeeltelijk toe en oordeelt dat gedaagde € 5.017,41 moet betalen, vermeerderd met rente en kosten.

Vordering tot betaling van zorg- en huurkosten door zorginstelling; ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling aan de orde; gedeeltelijke toewijzing van de vordering.