ECLI:NL:CBB:2002:AD9066
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- B. Verwayen
- J.A. Hagen
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Tuchtprocedure tegen registeraccountant inzake wanbeleid en beroepsethiek
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd 22 januari 2002, wordt een tuchtprocedure behandeld tegen een registeraccountant, hierna aangeduid als 'betrokkene', naar aanleiding van een beslissing van de raad van tucht voor registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten. De zaak is ontstaan uit een eerdere uitspraak van de raad van tucht, waarin betrokkene werd beschuldigd van wanbeleid in zijn rol als commissaris bij Text Lite. Het College heeft de zaak in behandeling genomen na een beroep van het bestuur van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) tegen de beslissing van de raad van tucht, die het bezwaar tegen betrokkene had afgewezen.
De procedure begon met een brief van 23 juni 1997, waarin betrokkene een afschrift ontving van een uitspraak van de raad van tucht. Betrokkene heeft hiertegen beroep ingesteld, wat leidde tot een eerdere uitspraak van het College op 12 mei 1999, waarin het beroep gegrond werd verklaard en de zaak werd verwezen naar de raad van tucht in Amsterdam. De raad van tucht heeft op 15 december 1999 het bezwaar van het NIVRA-bestuur afgewezen, wat resulteerde in het huidige beroep bij het College.
Het College heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het NIVRA-bestuur niet in staat was om het bezwaar tegen betrokkene voldoende te concretiseren en te onderbouwen. De Raad heeft geoordeeld dat de argumenten van het NIVRA-bestuur niet voldoende waren om een tuchtrechtelijke veroordeling te rechtvaardigen. Het College heeft ook geoordeeld dat de raad van tucht niet in strijd heeft gehandeld met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure, en dat het niet verplicht was om partijen gelegenheid te geven tot het indienen van een memorie na verwijzing.
Uiteindelijk heeft het College het beroep verworpen, waarbij het de eerdere beslissingen van de raad van tucht heeft bevestigd. De uitspraak is gebaseerd op de Wet op de Registeraccountants en de Gedrags- en Beroepsregels Registeraccountants 1994.