ECLI:NL:CBB:2002:AE1630
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit Minister van Economische Zaken inzake energie-investeringsaftrek
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 april 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante, een onderneming, en de Minister van Economische Zaken. Appellante had een beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van 18 augustus 2000, waarin deze op het bezwaar van appellante tegen een eerder afgegeven verklaring inzake de energie-investeringsaftrek had beslist. De procedure begon op 28 september 2000, toen appellante haar beroepschrift indiende. De Minister had in zijn besluit op 11 november 1999 een energieverklaring afgegeven voor bepaalde investeringen, maar niet voor alle door appellante opgevoerde kosten. Appellante stelde dat ook de kosten voor (lucht)kanalen en dakdoorvoer in aanmerking moesten komen voor de energie-investeringsaftrek, omdat deze noodzakelijk waren voor de werking van het energieterugwinningssysteem.
Het College heeft de argumenten van appellante en de Minister zorgvuldig afgewogen. Het College oordeelde dat de (lucht)kanalen en dakdoorvoer niet als bestanddeel van het energieterugwinningssysteem konden worden aangemerkt, omdat deze ook een functie als ventilatie vervullen en niet uitsluitend dienstbaar zijn aan het systeem. De Wet op de Inkomstenbelasting 1964 en de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek stellen strikte eisen aan de investeringen die in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek. Het College concludeerde dat de opsomming in de Energielijst 1998 limitatief is en dat de investeringen van appellante niet voldoen aan de criteria voor de energie-investeringsaftrek. Daarom verklaarde het College het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van de strikte interpretatie van de voorwaarden voor de energie-investeringsaftrek en de noodzaak voor investeringen om aan specifieke criteria te voldoen om in aanmerking te komen voor belastingvoordelen.