ECLI:NL:CBB:2002:AE9962
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen het Besluit zand- en lössgronden
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 oktober 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellant A, en verweerder de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Appellant heeft beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder van 25 april 2002, waarin het bezwaar van appellant tegen het Koninklijk Besluit van 27 november 2001, dat zand- en lössgronden aanwijst, niet-ontvankelijk werd verklaard. De procedure begon op 4 juni 2002 met de indiening van het beroepschrift.
Het bestreden besluit van verweerder stelt dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een belanghebbende bezwaar kan maken tegen een besluit. Echter, het besluit dat appellant aanvecht, wordt door verweerder gekarakteriseerd als een algemeen verbindend voorschrift, waartegen geen bezwaar of beroep mogelijk is. Appellant betwist deze kwalificatie en stelt dat het besluit wel degelijk een publiekrechtelijke rechtshandeling betreft die onder de Awb valt.
Het College heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat het Besluit zand- en lössgronden als een algemeen verbindend voorschrift moet worden aangemerkt. Dit betekent dat het niet vatbaar is voor bezwaar en beroep. Het College concludeert dat verweerder terecht het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard. De uitspraak van het College is dat het beroep van appellant kennelijk ongegrond is, en er zijn geen termen voor een proceskostenveroordeling. De beslissing van het College is dat het beroep ongegrond wordt verklaard, en het Besluit blijft in stand als een algemeen verbindend voorschrift.