ECLI:NL:CBB:2004:AO3815
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- C.M. Wolters
- J.A. Hagen
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Weigering aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaat in laagdrempelige inrichting
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 januari 2004 uitspraak gedaan over de weigering van een aanwezigheidsvergunning voor een kansspelautomaat in een restaurant. Appellant, de exploitant van het restaurant, had op 29 oktober 2003 beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester van Den Haag, die op 17 september 2003 de bezwaren van appellant tegen de afwijzing van zijn vergunningaanvraag ongegrond had verklaard. De burgemeester stelde dat de inrichting van appellant niet voldeed aan de eisen voor een hoogdrempelige inrichting, zoals bedoeld in de Wet op de kansspelen.
De procedure begon met de aanvraag van appellant voor een vergunning voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten, die in eerdere aanvragen ook al was afgewezen. De inspecteur van de gemeente had vastgesteld dat de inrichting van appellant, gelegen aan de Y-straat te C, voornamelijk fungeerde als ontmoetingsruimte waar bezoekers koffie en thee konden drinken, en niet als volwaardig restaurant. Dit werd bevestigd door inspecties en rapportages van de gemeente, waarin werd opgemerkt dat er geen sprake was van het serveren van drie-componentenmaaltijden, wat een vereiste is voor een hoogdrempelige inrichting.
Het College oordeelde dat de burgemeester terecht had vastgesteld dat de inrichting van appellant als laagdrempelig moest worden aangemerkt, omdat er andere activiteiten plaatsvonden die een zelfstandige stroom bezoekers trokken. De stelling van appellant dat zijn restaurant een hoogdrempelige inrichting was, werd verworpen. Het College concludeerde dat de weigering van de vergunning terecht was en verklaarde het beroep ongegrond, zonder termen voor proceskostenveroordeling.