ECLI:NL:CBB:2005:AS5828
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- M.A. Fierstra
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- Rechtspraak.nl
Intrekking vergunning beroepsgoederenvervoer wegens niet voldoen aan kredietwaardigheidseisen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 27 januari 2005 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant A, werkzaam in het beroepsgoederenvervoer, en de Stichting Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie. De zaak betreft de intrekking van vergunningen voor beroepsgoederenvervoer door de verweerster, die dit deed op basis van het niet voldoen aan de kredietwaardigheidseisen zoals gesteld in de Wet goederenvervoer over de weg. Appellant had zijn vergunningen verloren omdat hij niet kon aantonen dat hij vóór 1 oktober 2002 voldeed aan de eis van een minimumkapitaal van € 18.000. Dit besluit werd door de verweerster in een eerder stadium bevestigd in een besluit van 16 september 2003, waartegen appellant beroep aantekende.
Tijdens de zitting op 16 december 2004 was appellant niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. Het College heeft de argumenten van verweerster beoordeeld en vastgesteld dat appellant niet de vereiste bewijsstukken had overgelegd, zoals een accountantsverklaring die aantoont dat hij voldeed aan de kredietwaardigheidseisen. De conceptbalansen die appellant had ingediend, waren niet gecontroleerd door een accountant en toonden zelfs een negatief eigen vermogen aan.
Het College concludeerde dat verweerster op goede gronden had geoordeeld dat appellant niet voldeed aan de eisen van kredietwaardigheid. Gezien het ontbreken van de vereiste accountantsverklaring en de onduidelijkheid over de financiële situatie van appellant, werd het beroep ongegrond verklaard. De beslissing van het College houdt in dat de intrekking van de vergunningen door de verweerster rechtmatig was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.