ECLI:NL:CBB:2005:AT9310
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in schadevergoeding op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft appellante, een vennootschap onder firma (v.o.f.) A en B, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het beroep betreft de toekenning van een schadevergoeding op basis van artikel 86 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd). Appellante heeft op 26 maart 2004 bezwaar gemaakt tegen een besluit van 13 februari 2004, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard. De zaak is behandeld in een zitting op 23 juni 2005, waar beide vennoten van appellante aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
De kern van het geschil draait om de waardevaststelling van de dieren en de vergoeding die appellante ontvangt. De waardevaststelling vond plaats na een screening op 20 maart 2003, waarbij 15.790 leghennen werden geteld. Na de screening is het bedrijf van appellante op 24 en 25 maart 2003 preventief geruimd. De taxateur heeft de aanwezige legbatterij kippen getaxeerd op € 41.180,58. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de waardevaststelling en de hoogte van de tegemoetkoming, die door verweerder op € 64.776,36 was vastgesteld.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft geoordeeld dat de BTW ten onrechte in mindering is gebracht op de tegemoetkoming. Het College heeft vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor de verweerder om de BTW in te houden. Het beroep van appellante is gegrond verklaard, en het bestreden besluit is vernietigd. Verweerder moet opnieuw beslissen op het bezwaar van appellante, met inachtneming van de uitspraak. Tevens is bepaald dat de Staat der Nederlanden het door appellante betaalde griffierecht vergoedt.