ECLI:NL:CBB:2007:BB0211
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- W.E. Doolaard
- M.J. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning voor het exploiteren van een speelautomatenhal in Huizen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 juli 2007 uitspraak gedaan over de weigering van de burgemeester van Huizen om een vergunning te verlenen voor het exploiteren van een speelautomatenhal. De appellant, A, had op 30 juni 2004 een vergunning aangevraagd, maar de burgemeester heeft deze aanvraag op 23 maart 2005 afgewezen. Dit gebeurde nadat de gemeenteraad op 13 januari 2005 de Verordening speelautomatenhallen 1998 had ingetrokken, waardoor er geen wettelijke basis meer was voor het verlenen van de vergunning. De appellant stelde dat de burgemeester onzorgvuldig had gehandeld door de aanvraag niet tijdig te behandelen en dat hij recht had op schadevergoeding.
Het College oordeelde dat de burgemeester terecht had besloten de vergunning te weigeren, omdat de verordening waarop de aanvraag was gebaseerd niet meer van kracht was. De commissie constateerde dat de burgemeester binnen de wettelijke termijn had besloten, maar dat deze termijn niet meer relevant was na de intrekking van de verordening. De appellant had ook niet tijdig gebruik gemaakt van de rechtsgang tegen de weigering van de vergunning. Het College concludeerde dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen en dat er geen grond was voor schadevergoeding.
De uitspraak benadrukt het belang van de geldende regelgeving en de procedures die gevolgd moeten worden bij het aanvragen van vergunningen. Het College verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de burgemeester om de vergunning te weigeren standhield.